|
|
|
De Geschiedenis van Schaakclub Van der Linde
Van der Linde tijdens het interbellum en W.O. II
Oude presentielijsten vanaf December 1929-1936
9-12-1929
- J.A. Boerhout
- F. Jonk
- E.J. Jager
- G.H. Redeker
- N.J.L. Jansonius
- W.L. Behrens
- J. Kiewiet
- I. Koopmans
- A. Derks
- R. Muntinga
- H. Baer
- B. Oterdoom
1-10-1930
- J.A. Boerhout
- J. Kiewiet
- W.L. Behrens
- T. Elema
- N.J.L. Jansonius
- G.H. Redeker
9-9-1931
- J.A. Boerhout
- H. Van der Vis
- R. Muntinga
- J.H. Behrens
- W.L. Behrens
- I. Koopmans
- N.J.L. Jansonius
12-10-1932
- H. Van der Vis
- G. Hébel
- I. Koopmans
- J.H. Behrens
- W.L. Behrens
- D. Algera
- N.J.L. Jansonius
- A. Derks
3-10-1934
- J.A. Boerhout
- N.J.L. Jansonius
- D. Striezenau
- H. Van der Vis
- T. Elema
- P.A. Rentema
- W.L. Behrens
- C.F. Talsma
- B. Wesselink
- A. Derks
30-9-1936
- H.J. Strobos
- S. Brands
- H. ten Kate
- K. Roeling
- H. Striezenau
- H.J. Linder
- J. Diekman
- Y. Feenstra
- J.A. Edens
- H. Kiewiet
- T. Elema
- C.F. Talsma
- N.J.L. Jansonius
- A. Derks
- J. Kiewiet
- R. Muntinga
1936
Gevonden in een oud schaakboekje
Winschoten, 17 november 1936
den Heer en Mevr. Kiewiet Schuringa
Het is mij een genoegen, U mede names het Bestuur en de leden van de schaakclub "Van der Linde", in verband met Uw intrede in het huwelijk, de meest hartelijke gelukwenschen aan te bieden.
w.g. A. Derks, secretaris
1940 De Tweede Wereldoorlog
In het eerste jaar van de oorlog 1940-1945, was het al direkt een heel karwei om te blijven schaken. Op onze eerste aanvrage om te mogen schaken kregen we dit:
Mededelingen
Aan den Heer A. Derks, Gassingel 9, Secretaris van de Schaakclub "Van der Linde"
De Procureur-Generaal, fungeerend Directeur van Politie te Leeuwarden deelt u hierbij mede, dat voor het houden der door U bedoelde oefeningen te Winschoten, op iederen woensdag 19, te 20.00 ure, in het Bovenlokaal van de Wintertuin, Torenstraat: zijnerzijds geen bezwaar bestaat, voor den tijd van 2 maanden, onder voorwaarde dat uitsluitend leden toegang tot de bijeenkomsten hebben, die daartoe tevoren schriftelijk dienen te worden uitgenoodigd en dat geen politieke of staatkundige onderwerpen ter sprake zullen worden gebracht.
Leeuwarden, den 18 September 1940, Rémelingh
Ook vragenlijsten werden ons toegezonden, waarin alles betreffende onze schaakclub moest worden opgegeven. Ook onze kastoestand met eventuele bezittingen enz. en volledige naamlijsten der leden met adres. Hieronder zo'n brief:
Leeuwarden, 9 oktober 1940
Parket van den Procureur-Generaal, no.1042
Ingesloten doe ik u toekomen de vragenlijsten, met verzoek deze zoo spoedig mogelijk (vóór 15 October a.s.), zoo nauwkeurig mogelijk ingevuld en in duplo mij te willen terugzenden.
Mocht de Vereeniging of Stichting statuten of huishoudelijk reglement bezitten, dan verzoek ik U een tweetal exemplaren daarvan te willen bijvoegen. Indien U nog meerdere exemplaren der vragenlijst mocht nodig hebben, verzoek ik U mij zulks onverwijld te willen opgeven, onder vermelding van het aantal, voor welke Vereeniging en/of Stichting bestemd en aan wien de lijsten moeten worden toegezonden (naam en adres).
Rémelingh
Nog eens een schrijven van hetzelfde adres:
Leeuwarden, den 19 Dec. 1940
Parket van den Procureur-Generaal, No.233
Onder toezending van uw schrijven betreffende het houden van vergaderingen, bijeenkomsten, optochten, enz. deel ik U mede, dat bedoelde aanvragen moeten worden ingediend op daarvoor vastgestelde formulieren, welke formulieren zijn te verkrijgen ten Gemeentehuizen en in de gemeenten Leeuwarden, Groningen, Winschoten, Sneek en Harlingen op het Hoofdbureau van Politie.
Bovendien wordt nog onder Uw aandacht gebracht, dat voor elke vergadering een afzonderlijk formulier (kaart) dient te worden ingevuld, hetgeen ook geldt voor bijeenkomsten, optochten, etc.
Alleen kunnen de vergaderingen of bijeenkomsten, die door eenzelfde Vereeniging periodiek worden gehouden (b.v. wekelijks of om de 14 dagen) en waarop dezerzijds telkens voor een bepaald tijdvlak een beslissing wordt genomen, op één formulier (kaart) worden aangevraagd, mits dit duidelijk uit de aanvrage blijkt.
Rémelingh
Er werd een ledenlijst opgestuurd, daarop stonden de volgende namen:
- E.T. Addens, landbouwer, Bellingwolde
- W.L. Behrens, Langestraat, Winschoten
- B.H. te Bos, CaféNieuwe Pekela
- T. Elema, Langestraat, Winschoten
- Y. Feenstra, Oranjestraat, Winschoten
- E.O. Huizing, Torenstraat, Winschoten
- H. Kiewiet, Langestraat, Winschoten
- J. Kiewiet, Visschersdijk, Winschoten
- R. Muntinga, Landbouwer, Finsterwolde
- B. Schriever, Verl. Noorderstraat, Winschoten
- C.F. Talsma, Langestraat, Winschoten
- L. de Weijs, Grindweg, Winschoten
- H.H. Wiebols, Visschersdijk, Winschoten
Uit een verslag van de vergadering van de NOSBO.
Vergadering van de NOSBO op Zaterdag 26 October 1940 te 16 uur in Hotel Suisse te Groningen
Er waren 25 uitnodigingen verzonden, aan een afgevaardigde van elke vereniging, aan de prijswinnaars der persoonlijke wedstrijden en aan de leden der kascommissie. Er bleken, toen de voorzitter Dr. Frik zijn openingswoord aanving, 16 personen aanwezig.
In gevoelvolle woorden herdacht Dr. Frik het sneuvelen van den heer B. Wesselink (Van der Linde) in de oorlogsdagen, het eenige slachtoffer dat de Nosbo te betreuren heeft. De voorzitter verzocht de aanwezigen zich, als eerbiedige hulde ter nagedachtenis, een oogenblik van hun zetels te verheffen.
1942
Uit het tijdschrift van de Nederlandse Schaakbond, no. 23, Februari-Maart 1942
"De betekenis van schaakliteratuur voor den werkelijken schaakliefhebber"
Iets over onze peetvader: Prof. dr. A. van der Linde als schaakliterator
Als een lichtende ster van eerste grootte moet op het gebied der schaakhistorie worden genoemd de Hollandsche professor aan een der Duitsche universiteiten, "dr. Antonius van der Linde". Deze heeft buitengewoon werk verricht op het terrein der schaakgeschiedvorsching. Al het werk van anderen verzinkt, als men aan het vergelijken gaat, in niet bij den machtigen schat van kennis en materiaal, die door dezen Nederlandschen geleerde is geleverd. Stellig hebben anderen na hem het door van der Linde verzamelde materiaal aangevuld, en anders gerangschikt, maar het is Van der Linde geweest, die sterk, hecht en zuiver wetenschappelijk het fundament heeft gelegd voor de studie der schaakhistorie.
De figuur van Van der Linde is trouwens een behandeling ten volle waard. Deze persoonlijkheid bergde twee ganschelijk diametrale naturen in zich. Hij was, waar het zijn wetenschappelijke onderzoekingen betrof, objectief; waar het zijn prestaties als schaakspeler en al medeleider van het Nederlandsche schaakleven gold, was hij in hooge mate sunjectief; als schaakspeler was hij middelmatig, als schaakpublicist buiten het wetenschappelijke, partijdig: als polemist onverdragelijk en grof. De strijd, die in en rondom zijn schaakblad "De schaakwereld" werd gevoerd, was uitermate ongeschikt voor het populariseren van het schaak als beschrijvingsfactor. Van der Linde's voornaamste werken zijn:
- Geschichte und Literatur des Schachspiels (twee lijvige deelen)
- Das Schachspiel des 16ten Jahrhunderts;
- Die Schachpartien von Greco;
- De Kerkvaders der schaakgemeente;
- Het schaakspel in Nederland;
- Leerboek van het schaakspel.
|